1.
Svp zo’n soort meetlat gebruiken.

2.
Het lijstje dat de kleermaker hanteert bij deze tunieken.

3.
We beginnen bij de schedel voor de puntmuts.

persona 1: Herman.

Bij film drie: 60 cm

persona 2: Peter.

Bij film drie: 59 cm

4.
Voor de puntmuts: de afstand tussen je voorhoofd en je navel

persona 1: Herman.

Bij film vier: 64 cm

persona 2: Peter.

Bij film vier: 66 cm

5.
Zo komt de binnenpuntmuts vlak boven je oren te zitten

6.
De muts komt zo precies op je voorhoofd

7.
De mouwen worden gemeten.

persona 1: Herman.

Bij film zeven: 71 cm

persona 2: Peter.

Bij film zeven: 74 cm

8.
Het dikste plekje van je spierbundel wordt hier gemeten

persona 1: Herman.

Bij film acht: 34 cm

persona 2: Peter.

Bij film acht: 35 cm

9.
De afstand van je schouder tot aan de schoen

persona 1: Herman.

Bij film negen: 146 cm

persona 2: Herman.

Bij film negen: 165 cm

10.
De afstand van de schouder tot aan de taille.

persona 1: Herman.

Bij film tien: 76 cm

persona 2: Peter.

Bij film tien: 53 cm

11.
De maat van je swingende heupen

persona 1: Herman.

Bij film elf: 103 cm

persona 2: Peter.

Bij film elf: 107 cm

12.
De borstomvang

persona 1: Herman.

Bij film twaalf: 104 cm

persona 2: Peter.

Bij film twaalf: 97 cm

13.
Je brede rug.

persona 1: Herman.

Bij film dertien: 48 cm

persona 1: Peter.

Bij film dertien: 48 cm